Heb jij de Gele Olifant gezien?

 

Er was eens, héél lang geleden, wel meer dan honderd jaar, een grote gele olifant. Ja, echt waar, een gele olifant. Hij heette Jello en reisde de hele wereld rond met Circus Tiny Corazoni, want daar werkte hij. En bij elk optreden van Circus Corazoni zat de tent propvol want iedereen wilde die olifant weleens zien. De mensen kenden namelijk alleen grijze olifanten. Geen gele. En zou zo’n gele olifant wel net zulke goede kunstjes kunnen doen als grijze? Ja dus. Circus Corazoni werd wereldberoemd.

Op een dag had het circus dan eindelijk de grote tent opgezet in Laren. Bijna alle dorpen en stadjes in de Achterhoek liepen leeg en de tent in Laren stroomde vol met nieuwsgierige bezoekers: groot en klein, dik en dun, jong en oud, zwart, wit, geel en bruin, met en zonder bril, in een rolstoel of niet, mensen die wat extra hulp nodig hebben….Allemaal met een kloppend hart vol verwachting. Want zou de olifant echt geel zijn zoals ze op de aanplakbiljetten in de straten hadden gezien?

Nadat de directrice het hooggeëerde publiek welkom had geheten begon de voorstelling. Er waren clowns met witte gezichten, rode neuzen en hele grote schoenen. Er waren acrobaten die handstand deden op de ruggen van galopperende paarden. En er waren mensen op stelten die bijna zo groot waren als de circustent hoog was die met kegels en borden konden jongleren. Maar iedereen zat ondertussen onrustig te wachten op het optreden van Jello, de gele olifant.

Eindelijk was het zover. De muziek zwelde aan en onder tromgeroffel werd de olifant door de dompteur de piste in geleid. En nu kon iedereen het zien: hij was echt geel! De dompteur ging dichtbij de olifant op de grond liggen en Jello ging gezellig naast hem liggen alsof ze samen gingen slapen. Hoe was het mogelijk dat een olifant zo mak was? Onder luid applaus klom Jello toen met zijn enorme voorpoten op twee grote tonnen en trompetterde oorverdovend. Zijn slurf ging net niet door het dak. Daarna sprong hij op een enorme bal en hield hij met een achterpoot een andere bal in de lucht. Het publiek was diep onder de indruk van dit fantastische optreden. Zoiets had niemand nog beleefd. De kunsten van de gele olifant waren zo betoverend mooi dat de mensen die er die middag bij waren in Laren het nooit meer zouden vergeten.

Maar nadat de voorstelling was afgelopen gebeurden er vreemde dingen.

Het begon ermee dat iemand uit Lochem aan Tiny de circusdirectrice vroeg hoe het kwam dat Jello geel was. Ze vertelde dat ze de olifant in een donker bos in Afrika had gevonden en dat Jello door zijn familie en vrienden uit de kudde was verstoten omdat hij niet grijs was. Dat vond Tiny zo akelig dat ze besloot Jello mee te nemen naar haar circus. Daar was hij van harte welkom. Nou, dat leek best logisch en veel Achterhoekers vonden het ontzettend lief van Tiny dat ze Jello had gered.

Toch waren er ook mensen die niet konden geloven dat Jello echt geel was. Zij zeiden: hij is niet geel gebóren, hij is geel geschílderd. En ze wisten het eigenlijk wel zeker zeiden ze ook nog. ‘Olifanten zijn grijs! We zijn opgelicht!’ Het groepje betweters ging naar de achteringang van de tent om de gele olifant eens van dichtbij te bekijken. Dat is ze niet gelukt: Tiny de directrice kon er nog net op tijd een stokje voor steken. Ze stuurde de mensen weg en dreigde de politie erbij te zullen halen. Ook gaf ze de dompteur de opdracht om die nacht de wacht te houden voor het stalhek van Jello. Dan kon ze zelf tenminste nog een oogje dicht doen. Dat was belangrijk want de volgende dag was er alweer een nieuwe voorstelling en dan moest ze uitgeslapen zijn.

Maar de weggestuurde betweters waren erg nieuwsgierig en gaven het niet op. Ze verzonnen een list. ’s Nachts als iedereen sliep zouden ze de dikke huid van die Jello eens flink onder handen nemen met schuursponzen en sop. En die dompteur die zou ook slapen als een roos, want ze zouden stiekem een slaapmiddeltje in zijn avondeten doen.

Zo gezegd zo gedaan. Zodra de dompteur lag te snurken, slopen ze heel voorzichtig met emmers vol sop en sponzen langs hem heen en klommen over het hek van de stal. Dat ging goed totdat één van de mannen zijn emmer liet vallen. Jello schrok wakker, stond op, trompetterde iedereen wakker en rende briesend dwars door het hek de stal uit, het circusterrein af en verdween in het bos achter de Verwoldseweg. Als aan de grond genageld hadden de dompteur en de ‘inbrekers’ het nakijken.

Tiny was ook wakker geworden, al wist ze niet waarvan. Ze besloot om nu ze toch wakker was maar even te controleren of de dompteur nog goed aan het opletten was. Bij de stal vond ze alleen een verwarde dompteur en een kapot hek. De dompteur vertelde haar alles. Dat hij in slaap was gevallen, dat er inbrekers waren, dat die op de vlucht waren geslagen en dat -en dat was het allerergste- Jello van schrik was uitgebroken en verdwenen. Nu sloeg de schrik Tiny Corazoni om het hart en de tranen prikten achter haar ogen. Want een geschrokken olifant verstopt zich en zal zich niet zomaar laten zien of vangen. Dit kon weleens het einde van haar bijzondere circus betekenen. En wat zou ze Jello vreselijk missen!

Wekenlang is er door alle mensen van het circus met hulp van de politie, de brandweer en heel veel mensen uit de gemeente Lochem gezocht naar de verdwenen gele olifant, maar uiteindelijk gaven ze het op. Jello was weg en bleef weg.

Jaren later gingen er geruchten dat er mensen uit het dorp op een mistige herfstavond een groot geel dier hadden gezien. In de buurt van de Dikke Boom. Zou het de beroemde gele olifant van Circus Tiny Corazoni zijn geweest? Maar als ze dan bij de Dikke Boom gingen kijken vonden ze steeds helemaal niks, hooguit een paar vogels in de takken of iemand met een regencape. Soms was die geel. Waar Jello is gebleven zal niemand ooit nog weten. Maar het is zeker dat de olifant die helemaal zichzelf was het liefst mee zou feesten met iedereen op het Gele Olifant-festival.

Een vrolijke circisbal met tekst